|
|
![]()
(__boek je hotel in Arequipa__)
Geschiedenis Over hoe de naam ontstond, bestaan er twee theorieën. In een ver verleden werd Arequipa gesticht door de Aymara Indianen die er een nederzetting hadden. Van dit volk zou vermoedelijk de naam komen. In het Aymara betekent ari bergtop en quipa er achter liggend. In de verte ligt de majestueuze vulkaan el Misti. De naam zou ook van het Quechua kunnen komen. Een legende vertelt het verhaal van Inca Mayta Capac, de vierde Inca, die doorheen het dal reisde. Een colonne militairen, heilige maagden en edelen begeleidden hem. Mayta Capac zag de nederzetting. Deze werd nooit eerder bezocht door een Inca. Hij verwonderde zich over de schoonheid en de strategische waarde van de plaats als verbindingsplaats tussen de kust en het hooggebergte aan de andere kant van de Andes. Hij zei: "Ari, quipay" wat letterlijk vertaald wordt als "Ja, (ver)blijf". Dit als antwoord op de vraag van enkele metgezellen, die wilden blijven en om er zich te vestigen. Hun wens was deze plaats te integreren in het Incarijk en het gebied verder te ontwikkelen. In 1600 werd Arequipa echter volledig verwoest door een zware aardbeving en vulkanische uitbarstingen. Het zijn de Spanjaarden die de stad nieuw leven hebben ingeblazen door de nederzetting op 15 augustus 1540 opnieuw te stichten. Deze datum leidt nog steeds tot grote feesten in Arequipa waar een week lang een kermis en avondmarkten de stad sieren. De apotheose van het feest is de 14e augustus met een spetterend vuurwerk op de Plaza de Armas. El Misti is niet de enige vulkaan die in de nabijheid staat, maar wel de meest zichtbare vanuit Arequipa. De druk tussen de tektonische platen van Latijns-Amerika en de Stille Oceaan zoekt regelmatig naar een uitweg. Verscheidene aardbevingen veegden de stad bijna letterlijk van de kaart. De laatste zware schokken dateren van 1958 en 1960. Memorabele jaren zijn 1687 en 1868 waarbij de laatste zowat de hele stad verwoestte. Ook La Catedrál en San Francisco leden zware schade zodat het meeste wat je te zien krijgt van na dat jaar dateert (de renovatie van de Catedrál eindigden in 1898). Dit is misschien de reden waarom deze kerk er binnenin wat koel uitziet, weinig versieringen in Peruaanse maatstaven en een grote witte ruimte met weinig inhoud. De buitenkant oogt indrukwekkend, in de in Peru zo geliefde barokstijl.
Gebouwen in Arequipa
La Compañía Een kerk die wonderlijk alle schokken goed weerstond is la Compañía. Het is onzeker wanneer deze werd gebouwd. Boven het voorportaal leest men 1698, alhoewel andere delen van deze jezuïtische kerk uit 1654 dateren. Het loont de moeite dit bouwwerk te bezoeken door zijn eigenzinnige stijl. Vergeet daarbij de San Ignacio-kapel niet. Deze kerk vindt je op de zuidoosthoek van de Plaza de Armas (zie foto boven). De openingsuren durven nogal eens variëren, het best bezoek je la Compañía 's morgens of in de namiddag. Santa Cátalina Veruit het meest interessante om te bezoeken in Arequipa is het klooster van Santa Cátalina, een stad in een stad, gebouwd in 1580 en vergroot in de 17e eeuw. Dit zou het grootste klooster ter wereld zijn. Gedurende 400 jaar woonden er een 450 tal nonnen volledig afgesloten van de buitenwereld. De inwoners van Arequipa hadden al die tijd geen idee wat er zich binnen de hoge muren van complex afspeelde. Er deden allerlei fantastische verhalen de ronde. Santa Cátalina hulde zich in een mist van mysterie en stilzwijgendheid tot de poorten in 1970 opgingen voor het publiek. Nu nog wonen er een aantal nonnen aan de noordzijde. De rest kan vrij bezocht worden met of zonder gids. Alles werd mooi gerestaureerd en staat vol planten, prachtige bloemen en binnenpleintjes. De smalle straatjes, de kleurige pleintjes en de rood, blauw en oranje gekleurde muren voeren de bezoeker terug tot ver vervlogen tijden. Bezoek de woonplaatsen, de eetzaal, de waszaal en de uitgebreide bibliotheek waar een onwaarschijnlijke collectie boeken en schilderijen te staan opgesteld. Jammer dat de bibliotheek niet altijd open is voor bezoekers. Sommigen bezoeken het complex een hele dag en versmelten zich met het nog levende verleden. Anderen kuieren wat rond, verliezen eens de weg en vallen van de ene bewondering in de andere. Neem gerust de tijd om deze plaats te bezoeken, het loont de moeite. Santa Cátalina ligt in de gelijknamige straat op drie blokken van de Plaza de Armas.
La Recoleta
Het klooster is dagelijks op van 9h tot 13h en van 15h tot 17h.
Coloniale huizen Naast religieuze gebouwen kun je ook koloniale huizen bezoeken van uit de 17e en 18e eeuw. Enkele zijn nog in particulier bezit, het merendeel is opgekocht door banken of om als winkelgalerijen of hotels te fungeren. Je kunt nog een aantal mooie koloniale huizen bezoeken. Let vooral op de prachtige afwerking, de binnentuin en de vele beelden en frontons. Een schilderachtige omgeving
Nationale parken Naast el Misti (de Heer) vind je er nog andere eeuwige witte bergtoppen als de Chachani (de verloofde) en de Picchu Picchu (de top van de bergtop), zo genoemd naar zijn scherpe punt. Aan de westkant ben je in twee uur aan de kust, terwijl je oostwaarts terecht komt in het prachtige vulkanische gebied en het nationale park Pampas de Cañihuas, waar vele lama's en alpaca's grazen. Je komt er eveneens enkel guanacos en vicuñas tegen. Zo zie je op één dag de vier kameelachtigen die Latijns-Amerika rijk is. Deze enorme hoogvlakte ligt op meer dan 3800 meter en het zicht is er spectaculair. Via het bergdorpje Viscachani op 4150 meter klim je verder tot de weinig begroeide altiplano op 4800 m. De flora beperkt zich tot een soort vlijmscherp helmgras dat 2 cm per jaar groeit en een bruinachtige soort mos dat zich periferisch voortplant. Dit is het enige voedsel voor de weinige dieren die erin slaagden zich aan te passen aan deze hoogte: de vicuña en de lama. Voorbij de altiplano kom je terecht in een dal waar je via een spectaculaire afdaling in Chivay terecht komt. Dit bergdorpje is het grootste van de Colcavallei. Je hebt er verschillende restaurants en mogelijkheden om te overnachten. Bezoek ook de aquas calientes of de natuurlijke warmwaterbaden. Het groene, zwavelrijke water werd lang geleden door de Inca's reeds aangewend als geneesmiddel tegen allerlei huidziektes. Via een simpel maar ingenieus kanalenstelsel komt dit water terecht in een aantal zwembaden waar je een heerlijke duik kan nemen in het 38° warme water. Neem dus zwembroek en handdoek mee.
De Colca Cañon Onderweg kom je nog de mysterieuze Toro Muerto tegen. Deze begraafplaats van de Wari-indianen is gebouwd in een 90° steile rotswand. Men weet niet hoe dit volk zijn doden naar deze rustplaats bracht. Met professioneel klimmateriaal is het voor een geoefende klimmer al moeilijk tot bij de graven te komen. Evenals de meeste andere volkeren in Peru begroef men zijn doden in foetushouding. "Zoals men op de wereld kwam, moest men deze verlaten.", staat in hun ongeschreven bijbel. Een tiental kilometer verder bereik je de Cruz del Condor waar je de Colcarivier op 1200 meter diepte ziet stromen. Aan de overzijde van de vallei ligt Mont Mismi, met zijn top 3200 meter boven de Colcarivier. Vandaar dat de Arequipeniërs geloven dat de Colca Cañon de diepste ter wereld is. In werkelijkheid bevinden er zich verder stroomafwaarts diepere dalen die echter niet met de gewone transportmiddelen te bereiken zijn. De benen en een goed gevulde rugzak zijn de enige middelen om tot deze plaatsen te geraken.
|
|
||||||||||||||||
|
|
Sinds 11/08/2005 46839 keer bezocht |
|
Pagina gemaakt in 0.03 seconden